Zie ook:
Inmiddels zijn er in de polder al heel wat mensen die zich bezig houden met allerhande activiteiten voor natuurstudie en fotografie. Veel weten we ondertussen van wat er broed en overvliegt, wat er groeit en bloeit. Echter slechts zelden krijgen we waarnemingen binnen van zoogdieren. Of het moest al een verkeersslachtoffer zijn. Een enkele keer een vos die zich laat bewonderen in de winter, wanneer die de zon opzoekt en een dutje doet. Zoogdieren hebben dan ook een voornamelijk nachtelijk bestaan.
We stelden ons dan ook de vraag, hoe we hier meer over te weten konden komen. In het verleden (begin jaren 90) hadden we al eens een actie ondernomen om door middel van life-traps een beeld te krijgen van onze zoogdieren. Dit was echter een zeer intensieve oefening en leverde slechts een zeer beperkt inzicht.
Het idee kwam dan snel om te gaan werken met fotovallen. Door de werkgroep werden 2 fotovallen aangeschaft en er werd gezocht naar een paar vrijwilligers die dit op zich zouden willen nemen. Pierre Nowosad en ondergetekende stelden zich kandidaat. We moesten in eerste instantie met deze vallen leren werken. Hoe gevoelig moesten we de vallen instellen? Wat waren de beste of betere plaatsen? Hoe konden we die dieren voor onze camera krijgen? Moesten we werken met lokstoffen, voedsel, of gewoon op goed geluk aan de slag? Het was een heel leerproces voor ons beiden.
We zijn gestart in april 2012, eerst hebben we de vallen op wat ‘ongelukkige’ plaatsen gezet … zonder dus echt resultaat te boeken. Maar dat veranderde al snel. We begonnen met een opname van een vos die snel uit beeld van de camera liep. Groot was in ieder geval onze vreugde. We hadden een sterk vermoeden dat de vos nog aanwezig was. Maar zoveel waarnemingen komen er nu ook niet binnen. Inmiddels is het reeds december en hebben we wekelijks onze vallen gecontroleerd. Zij hebben al op verschillende plaatsen in de polder gehangen en hebben ons ook al heel wat mooi beeldmateriaal opgeleverd.
Onder dat beeldmateriaal vinden we vele opnames van de vos terug. Op zeker ogenblik was er lichte paniek. We hadden de vos reeds diverse malen gefilmd, maar er kwam een melding binnen dat er een dood exemplaar gevonden was. We hadden eerder al een vermoeden dat, na het bekijken van het beeldmateriaal, er mogelijk een tweede vos aanwezig zou kunnen zijn. Na deze melding gingen we met een klein hart onze fotovallen controleren, en ja hoor, de dag na de vondst van het dode exemplaar hadden we ‘onze’ vos opnieuw in beeld. Er zat er dus zeker nog een tweede. In december hebben we op een andere opname, op een andere plaats, twee vossen in beeld gekregen. De vos is duidelijk goed ingeburgerd in de polder! Het laat zich zeker goed bemerken in de broedvogelpopulatie. Van ganzen en eenden zijn het aantal broedkoppels sterk afgenomen.
Maar daar heeft de vos niet alleen schuld aan. Op onze opnames zagen we in juni nog een andere kandidaat: de steenmarter. Deze struise jongen was in het verleden ook al wel eens waargenomen (als verkeersslachtoffer en een aantal jaar geleden ook jagend tijdens een tocht voor de broedvogelinventarisatie). Nadien zijn er geen waarnemingen meer van binnengekomen. We namen dan ook aan dat dit gelukstreffers waren en dat hij/zij zich voornamelijk schuil zou houden in de vervallen fabrieken op Petroleum zuid. Maar … we hebben de Steenmarter niet 1 of 2 maal gefilmd, maar regelmatig. Hij blijkt niet zo te houden van open terreinen maar zich eerder in de beboste delen van de polder op te houden!
We zijn inmiddels reeds ver in juni 2012 en op onze opnames vinden we plots een reebok! Ook van deze jongen waren er in het verleden al wel eens waarnemingen, maar de laatste 5 jaar was er niets meer van gehoord of gezien. Tot einde juli heeft het ree zeker in het gebied geweest. Nadien hebben we geen sporen of beelden meer kunnen registreren.
We gaan zeker nog verder met onze opnames en blijven onze zoogdieren op de voet volgen. Momenteel zijn er nog een aantal soorten waar we een vermoeden hebben dat ze in het gebied voorkomen (of voorkwamen). We denken aan de wezel, de bunzing, de egel, de eekhoorn, … Maar hier willen we nog bevestiging van krijgen. In een latere fase is het de bedoeling de camera’s zo in te zetten dat we nog meer leren over deze bewoners en beter begrijpen waar ze leven, hoe ze leven, wat belangrijk is voor hen en hoe we ons beheer ook op hen kunnen afstemmen.