banner

Natuurbeheer in het Broekskot

Tim Vermeiren

Inleiding

Dat opzuigen en weer uitspuwen van bodemmateriaal heeft tot gevolg dat het water op die plaatsen troebel wordt. In een water waarin veel Karpers rondzwemmen, kan zelfs zoveel vertroebeling optreden dat het zonlicht niet ver in het water kan doordringen en de groei van waterplanten erdoor wordt afgeremd. Doordat de waterplanten dan achteruitgaan en verdwijnen, moeten vissen die gesteld zijn op helder water, zoals de Snoek en de Ruisvoorn, ook het veld ruimen.

Vanuit natuuroogpunt is een karpervijver niet interessant daar Karpers zeer algemeen voorkomen, terwijl een heleboel inheemse vissoorten véél zeldzamer geworden zijn. En niet alleen vissen, maar ook een heleboel zeldzame soorten oever- en waterplanten, wormen, slakken en insecten komen enkel voor in helder water.


Een plantenrijke oever

Velen onder u zullen het Broekskot wel kennen als de plas aan de kijkhut in de Hobokense Polder. Dit water is vrij uniek voor de polder daar het zelfs droge zomers doorstaat en zodoende geschikt is voor een vispopulatie. De aanwezigheid van vissen is belangrijk omdat hierdoor bepaalde vogelsoorten aangetrokken worden. O.a. reigers, IJsvogel en Fuut eten jaarlijks vele visjes en zouden niet te zien zijn in een polder zonder Broekskot.

Toch gaat het niet zo heel goed met de plas. Als we eens niet kijken naar de gevleugelde gasten en onze blik richten op de rest van het leven in en rond de plas, komen we snel tot conclusies. Waterplanten en de bijhorende levensgemeenschappen van slakjes, insecten etc. komen nagenoeg niet voor en het water is niet heel helder. Wat is de oorzaak? In vroegere tijden is het Broekskot omringd geweest door een weelderige oevervegetatie, waar zijn al die planten naartoe?

Het is hoogstwaarschijnlijk opgegeten, samen met de slakjes en de insecten. De vermoedelijke daders zijn de Karpers, waarvan de plas vol zit.

Karpers in het Broekskot

Deze dieren zijn vroeger gedurende lange tijd uitgezet geweest door hengelaars, zonder medeweten van de Whop, totdat de polder erkend is geworden als natuurreservaat. De Karper, een van oorsprong Aziatische soort, plant zich niet voor in dieper water, zoals de ringgracht van Fort 8. Het ondiepere, warmere water van het Broekskot is echter beter geschikt en alsdus werd het Broekskot in die periode aanzien als kinderkamer om de sportvisserij te voorzien van jonge vis.

De Karper zoekt zijn voedsel met behulp van zijn reuk- en smaakzintuigen. Het reukzintuig vertelt de vis op welke plaatsen voedsel te vinden is. Met zijn uitstulpbare, onderstandige bek zuigt hij steeds een hap bodemmateriaal op. Vervolgens proeft hij met zijn smaakzintuig of er ook eetbare bestanddelen in zitten. Dit zintuig wordt gevormd door een groot aantal zogenaamde "smaakknoppen", die zich op de vier draden aan de bek, op de lippen, maar ook in de bek en in de keelholte bevinden. Niet eetbare restanten spuwt de Karper weer uit of worden via de kieuwen weer naar buiten geblazen. 


Karper


De huidige toestand van het Broekskot

 

 

Uitzetten van Snoek

In Nederland heeft men reeds geëxperimenteerd met het afvangen van witvis (Karper, Brasem, Voorn) en het nadien uitzetten van roofvissen (Snoek, Snoekbaars, Baars) om de helderheid van plassen te herstellen. 'Actief biologisch beheer' noemt men dat. Zo werden de eerste Snoeken reeds in 1989 uitgezet in de Binnenschelde om de witvispopulatie te onderdrukken.

De reden om Snoek uit te zetten spreekt voor zich. Zij zijn de grootste zoetwaterroofvissen in onze streken en vooral tijdens hun jeugdfase jagen ze zeer frequent omdat ze dan veel voedsel nodig hebben om hun snelle lichaamsgroei te kunnen onderhouden. Het zijn jagers die zeer sterk afhankelijk zijn van helder water om hun prooi goed te kunnen zien en op zichzelf dragen zij niet bij tot watervertroebeling (in tegenstelling tot Snoekbaars).

 


Snoek

Toekomstig beheer

Na de lage waterstanden van vorige zomer is het aantal Karpers tijdelijk afgenomen in het Broekskot en daarom wil de beheersploeg van deze situatie profiteren om in dit voorjaar een eerste maal een 20-tal jonge Snoekjes uit te zetten. Zij zullen een bijdrage leveren naar een evenwichtigere visstand met een kleine karperpopulatie en hopelijk misschien zelf tot voortplanting overgaan, zodat het Broekskot definitief kan herstellen.

Let wel, normaal gezien is het verboden dieren uit te zetten in een erkend natuurreservaat! Voor deze beheersmaatregel wordt echter een uitzondering voorzien. De visjes komen ook van een erkend kweekcentrum (IBW), zodat we zeker zijn dat het genetisch materiaal van de Snoekjes in orde is.

Besluit

Misschien kan iedereen de komende jaren getuige zijn van een ingrijpende vegetatieverandering van het Broekskot met alle consequenties naar insecten en vogels, maar misschien ook niet. De resultaten van een 'actief biologisch beheer' zijn niet altijd even spectaculair. Hoe dan ook, zal de soortsamenstelling van de vissen veranderen en kunnen we uitgaan van een toekomstig stabieler viswater.

Bronnen

http://www.shallowlakes.net/platform-ehm/maatregel/vis-minder.html
http://www.ibw.vlaanderen.be